De beroerte / cva |
|
Lees ook de weblog van ziekenverzorgende.nl op www.manindezorg.nl |
De beroerte
Een beroerte is een wat verzwegen aandoening. Het is een ziekte die mensen vooral associëren met ouder worden en, zo wil het sprookje, ouderdom komt immers met gebreken. Bovendien is de geneeskunst in principe gericht op het beter maken, op gladstrijken van oprispingen van het afweermechanisme en het pareren van onverhoedse aanvallen van bacteriën en virussen. In het plaatje van de arts als heilsprofeet past het beeld niet van ongeneeslijke ziekten of aandoeningen die in hun effecten niet zijn te genezen. Daarbij komt nog dat een beroerte of een Cerebro Vasculair Accident, een CVA, zoveel gevolgen heeft, dat ook zovele vooral intensieve behandelingen vraagt, zich onttrekt aan het blikveld van de gemiddelde gezondheidswerker. De opvangmogelijkheden voor mensen met een beroerte zijn er naar. En dus staan CVA-patiënten en ook hun partners er vaak alleen voor, vechten tegen de bierkaai om te ontdekken dat ze van de regen in de drup belanden. Slechts twee procent komt in het revalidatiecentrum terecht en krijgt daar een adequate begeleiding. Maar zelfs dan valt er een groot gat als de deur van het revalidatiecentrum achter hen dicht gaat. Zicht op beter is er nauwelijks. CVA is een probleem waarmee een steeds grotere groep mensen wordt geconfronteerd (30.000 per jaar) en dat vaak leidt tot allerlei lichamelijke, psychische en sociaal/maatschappelijke problemen. Het aantal CVA-patiënten zal door de vergrijzing aanmerkelijk toenemen. Waarmee niet is gezegd dat het een ouderdomskwaal is. Ook jonge mensen en baby's worden met hersenbloedingen geconfronteerd (er zijn aandoeningen die dat tot gevolg kunnen hebben). Bij een beroerte is er sprake van een plotselinge verstoring van de bloedvoorziening in de hersenen. Die verstoring heeft tot gevolg dat bepaalde delen van de hersenen, al dan niet gedurende een korte periode, geen bloed meer krijgen. De hersenen kunnen maar een paar seconden zonder bloed en sterven daarna af (hersencellen worden niet meer vervangen). De gevolgen van een dergelijke belemmering van de bloedtoevoer zijn afhankelijk van de plaats en de duur van de beroerte. De zenuwbanen in de hersenen lopen gekruist dat betekent dat een "verstopping" in de rechterhersenhelft gevolgen heeft voor de linkerzijde van het lichaam en omgekeerd. De meest bekende stoornis die deze beroerte tot gevolg heeft is de halfzijdige verlamming. En ook daarin heb je gradaties. De arm en het been kunnen verlamd zijn, de helft van je gezicht, de verlamming kan blijvend zijn maar kan ook op den duur geheel of gedeeltelijk verdwijnen. Die verlammingen hebben gevolgen voor heet het lichaam. De spieren in ons lichaam staan voortdurend op een bepaalde manier gespannen. Valt er nu een deel uit dan is onze balans zoek en mensen die bijvoorbeeld links verlamd zijn hebben voortdurend de neiging om naar links te vallen. Gezichtsverlammingen hebben nog andere gevolgen,. Vaak trekt de mondhoek omlaag en zijn ook de keel- en tongspieren aangetast. Dat bemoeilijkt het slikken. Eten wordt dan moeilijk, omdat de ene kant van het gezicht niet gebruikt kan worden en vaak etensresten in de verlamde kant van de mond overblijven. Een ander gevolg is dat door de verlamming mensen hun uitdrukkingsvermogen verliezen. Zeker als afasie optreedt, levert dat problemen op in de communicatie met vereenzaming als gevolg. Ook kunnen er stoornissen optreden in het handelen. Bepaalde bewegingen laten zich niet meer op verzoek uitvoeren, gerichte handelingen lijken onmogelijk. Mensen kunnen gevoel voor richting kwijt zijn: wat is achter, voor, onder of boven. Soms verliezen mensen het overzicht, zijn het gevoel voor verhoudingen kwijt. Een ander verhaal vormen de stoornissen in de zintuigen. Allereerst is er in het verlamde gedeelte sprake van minder of geen gevoel. Daarnaast verliezen mensen het gevoel voor oriëntatie en soms geldt dat alleen voor delen van het lichaam. Een bijzondere waarnemingsstoornis is de zogenaamde agnosie, wat met herkenning te maken heeft. Sommige CVA-patiënten herkennen voorwerpen, letters of cijfers niet. Daarvan afgeleid kom je bij CVA-patiënten ook het fenomeen tegen dat ze het verlamde deel van hun lichaam als het ware negeren, het bestaat niet. In het linkergedeelte van de hersenen bevindt zich het spraakcentrum. Als dat door een beroerte is aangetast kan afasie ontstaan. Die stoornis kan op twee fronten ontstaan. Als we iets willen zeggen moeten we "iets" in ons hebben. Je moet als het ware uit gevoelens en gedachten een begrip selecteren dat je wil overdragen. Daarnaast moet dat begrip een naam hebben. Als in die eerste fase een stoornis optreedt, is er sprake van een ernstige vorm van spraakstoornis. De CVA-patiënt kan dan ook niet aanwijzen wat hij bedoelt, wat bij een stoornis in de tweede fase wel het geval is. Overigens is afasie een gecompliceerde stoornis die zich op veel manieren kan manifesteren en die zich, ook via intensieve therapie, maar heel moeilijk laat verhelpen. Het is logisch dat de aard van de handicap bepaald wordt door de plek waar de verstopping of de bloeding zich voordeed. Je kunt globaal de volgende verdeling maken: doet de stoornis zich in de 1tnkerhersenhelft voor dan heb je kans op afasie, storingen in het taalgebruik en verbale geheugen, in het probleemoplossend vermogen, het reflexvermogen en het nemen van initiatieven. Ligt de storing in de rechterhersenhelft dan heb je grote kans op "cognitieve" stoornissen (onthouden, waarnemen, handelen, denken, aandacht en concentratie, enz.). Een typisch links verschijnsel is het "neglect": mensen nemen prikkels die van links komen niet of veel later waar. Bij mensen met een linkse verlamming kom je ook geregeld storingen tegen in het ruimtelijk voorstellingsvermogen. Mensen zijn verhoudingen tussen objecten kwijt, schatten afstanden verkeerd in. Daarnaast zijn ze vaak impulsief, handelen al voordat er is nagedacht, verliezen gevoel voor tijd, lijken minder gevoel te hebben voor emotionele en sociale situaties, lijden aan geheugenverlies en tonen minder initiatief. Geregeld komt het voor dat bij CVA-patiënten veranderingen in de persoonlijkheid optreden. Daarbij kun je denken ê1an het minder in de hand hebben van emoties. Zo kan iemand last hebben van ongeremd gedrag, apathie, huilbuien, enz.. De hersenen gebruiken niet alle aderen die zich daar bevinden. Het kan dus gebeuren dat een bloedvat wordt afgesloten en het bloed zich dan via die "ongebruikte" bloedvaten toch weer een weg naar het afgesloten hersendeel baant. Als dat maar snel genoeg gebeurt loopt de CVA-patiënt beperkte risico' s en herstelt redelijk. CVA-patiënten hebben een intensieve begeleiding nodig. Fysiotherapie, psychologische begeleiding, logopedie, ergotherapie zijn behandelingsvormen die voor de CVA-mensen toegankelijk zouden moeten zijn. De werkelijkheid is anders. Afhankelijk van de ernst van de ziekte, wordt een deel (ongeveer 2 procent) na een ziekenhuisbehandeling overgebracht naar het revalidatiecentrum. Daar zijn deze disciplines over het algemeen wel voorhanden. In de normale ziekenhuizen is veel minder. Het gebruik aan adequate zorg is waarschijnlijk het belangrijkste probleem. Maar er is meer. Want buiten de tweede lijn (ziekenhuis/revalidatiecentrum) moet je die adequate zorg met een nachtkaarsje zoeken. Bovendien levert de overgang naar de eerste lijn, naar huis dus, ook al behoorlijk wat problemen op. Uit een onderzoek onder CVA-patiënten van het RCA (Revalidatiecentrum Amsterdam), 2,5 jaar na ontslag; blijkt onder andere dat: -De patiënten veel problemen hebben
met het dagelijkse leven. een kwart geeft aan weinig of helemaal niet zelfstandig
te kunnen functioneren (dat is juist het doel van het revalidatieproces)
-De zorg na een CVA laat duidelijk te wensen
over;
Onze hersenen bepalen ons hele leven, denken
en handelen.
Hoe ontstaat nu een tekort aan zuurstof
in de hersenen?
Hoe komt het dat iemand een beroerte kan
krijgen?
|